Ronnie van Diemen, voorzitter RvT van het Ronald McDonald Kinderfonds, “We doen te veel ad hoc, er is geen gezamenlijk verhaal over hoe we willen dat kinderen opgroeien”

Zorg is een belangrijk thema in de aanloop naar de verkiezingen. In het politieke debat lijkt het vaak aan visie te ontbreken. “We doen te veel ad hoc”, zegt Ronnie van Diemen, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Ronald McDonald Kinderfonds. “Dan is er een probleem in de jeugdzorg of in de ggz, en dan moet dat opgelost worden.”

Als voormalig kinderarts, hoogleraar, inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg en Jeugd en directeur-generaal Curatieve Zorg bij het ministerie van VWS is Van Diemen in het bijzonder begaan met de gezondheid van kinderen en jeugd. Volgens haar ontbreekt het vanuit de overheid aan een gezamenlijk verhaal over hoe we willen dat kinderen in deze samenleving opgroeien.

“Wat nodig is, is een leidraad. Een verhaal voor de toekomst. Waar willen we naartoe? Wat moeten Den Haag en lokale gemeenten doen?”

Gezondheid is meer dan zorg

Van Diemen weet hoe beleid in de praktijk uitpakt. “Gezondheid is slechts een klein stukje medische zorg”, zegt ze. “Het zijn de omstandigheden die bepalen of je gezondheid ervaart, of dat je eerder ziek wordt. We moeten nadenken over hoe we kinderen gezond en veilig laten opgroeien. Daar ligt een brede verantwoordelijkheid: bij artsen, ouders, scholen, de wijk, en ook de politiek.”

Volgens haar vraagt dat om een andere manier van kijken, voorbij het medische of beleidsmatige perspectief.

Door andere ogen leren kijken

“Visie begint bij de bereidheid om anders te kijken”, zegt Van Diemen. “Ik zou onze samenleving, maar zeker ook politiek Den Haag, gunnen dat men door andere ogen naar vraagstukken kijkt. Dat je niet alleen in je eigen gelijk gelooft, maar je afvraagt welke perspectieven hierbij een rol spelen en wat dan de beste route is die je kunt bewandelen.”

Dat leerde ze in haar loopbaan in de gezondheidszorg. “Het is maar door welke ogen je kijkt – van een patiënt, van de politiek, van de samenleving – dan zie je dat je steeds anders naar een vraagstuk kijkt. We hebben vaak al een oordeel klaar zonder naar de perspectieven van anderen te kijken. Als je iets wilt richting de toekomst, zullen we meer vragen aan elkaar moeten stellen en begrip hebben voor wat voor de ander betekenisvol is.”

Die overtuiging ontstond al in haar tijd als kinderarts. “Ik zei vaak bij de nabespreking: is dit nou de zorg die je je eigen familie gunt? Zo leer je samen reflecteren. Geleidelijk aan werd dat breder: is het de gezondheid die je je eigen familie gunt? Uiteindelijk gaat het om kwaliteit van leven en dat begint bij de omstandigheden waarin kinderen opgroeien.

Van visie naar praktijk: het Ronald McDonald Kinderfonds

Precies dat grotere verhaal – aandacht voor de omgeving van het kind – vindt Van Diemen terug bij het Ronald McDonald Kinderfonds. Sinds 2022 is zij voorzitter van de Raad van Toezicht. Verspreid door heel Nederland bieden de Ronald McDonald Huizen gezinnen de mogelijkheid om dag en nacht dicht bij hun zieke kind te zijn.

“Het Kinderfonds is veertig jaar geleden ontstaan uit een duidelijke droom en visie”, vertelt Van Diemen. “Een kinderoncoloog in Amsterdam wilde dat ouders dicht bij hun zieke kind konden zijn. Vanuit die overtuiging is het eerste Ronald McDonald Huis opgericht. Zo’n droom geeft richting. Het gaat erom dat ouders kunnen uitrusten en ontzorgd worden, dicht bij hun kind. Dat is iets wat je elke ouder gunt.”

Wat haar direct raakte, was die kern van menselijkheid. “Het belangrijkste is de ouders ontzorgen. Je biedt ze een liefdevolle omgeving en oprechte aandacht, zodat ze er kunnen zijn voor hun kind. Het is niet alleen een slaapplek, het is een warme omgeving in een moeilijke tijd. Er wordt met veel compassie door vrijwilligers en medewerkers met ouders omgegaan.”

Toezicht houden begint met luisteren

Toen Van Diemen aantrad, bezocht ze alle Huizen en Huiskamers. “Je proeft de sfeer en de liefdevolle aandacht. Wat opvalt, is de unieke rol van de vrijwilligers. De Huizen hebben vaak twintig tot dertig kamers en draaien grotendeels op vrijwillige inzet. En dan zijn er ook nog vele mensen van buiten, partijen die sponsoren of komen koken. Er is enorm veel betrokkenheid. Dat maakt de Huizen bijzonder.”

In haar rol als voorzitter kiest ze bewust voor nabijheid en contact. “Mijn stijl is met iedereen kennismaken en gesprekken voeren met vrijwilligers, lokale managers en besturen. Ervaren en voelen wat de verschillen zijn en wat ze nodig hebben. Wat kan ik als voorzitter doen om het beter te maken? Van papier kun je het niet leren; je moet op bezoek gaan. Dan pas begrijp je hoe het echt werkt.”

Met de bestuurder van het Kinderfonds praat ze over doelen. “De samenleving verandert. Wat betekent dat voor vrijwilligers? Zijn er in de toekomst voldoende mensen die zich willen inzetten? Hoe begeleiden we hen goed? Daar praten we uitgebreid over.”

Wat ik geleerd heb, is dat je altijd moet kijken naar de omstandigheden waarin kinderen opgroeien.

De omstandigheden waarin kinderen opgroeien

Wat in de Ronald McDonald Huizen geldt voor gezinnen met een ziek kind, geldt volgens Van Diemen eigenlijk voor alle kinderen. “Wat ik geleerd heb, is dat je altijd moet kijken naar de omstandigheden waarin kinderen opgroeien. Dat is natuurlijk extra heftig als een kind ziek is, maar het geldt ook breder. Denk aan gezinnen die leven in armoede of slechte woonomstandigheden. Ook dat heeft invloed op hoe een kind zich ontwikkelt.”

Ze benadrukt dat zorg voor kinderen en gezinnen een gezamenlijke opdracht is. “Hoe zorg je dat kinderen in de wijk gezien worden? Welke aandacht is er op school als een kind iets extra’s nodig heeft? Hoe doe je dat op sportclubs of in buurthuizen? Dat zijn allemaal omstandigheden waarin je kinderen kunt zien en aandacht kunt geven.”

De kracht van een duidelijke droom

Voor Van Diemen is het Ronald McDonald Kinderfonds een inspirerend voorbeeld van wat er mogelijk is als je werkt vanuit visie. “Het fonds laat zien hoe betekenisvol het is om te weten waarom je iets doet. Ouders ontzorgen en een plek bieden om dicht bij hun zieke kind te zijn, zodat zij alle aandacht kunnen geven aan hun kind. Het is die visie, die de praktijk vormgeeft, dát is wat we ook in de politiek nodig hebben.”