Bij Verbindion, de organisatie achter sport- en beweegvoorzieningen in Nieuwegein, is bewegen het vertrekpunt voor sociale cohesie en gezondheid. Directeur-bestuurder Ton Bothoff en RvC-voorzitter Stefanie van Pelt praten over de maatschappelijke opdracht van Verbindion, de transformatie die gaande is, en wat toekomstgericht leiderschap in hun ogen vraagt.
De mensen achter het verhaal
Ton Bothoff is inmiddels vijftien jaar directeur-bestuurder van Verbindion. “Verbindion had duidelijke ambities”, zegt hij. “We zijn al jarenlang een voorbeeld in de zwembranche en sportsector. Dat sloot aan bij mijn eigen achtergrond in de fitness- en zwembranche en drijfveer: sport en bewegen toegankelijk houden voor iedereen in Nieuwegein.”
Stefanie van Pelt is voorzitter van de Raad van Commissarissen. Zij heeft een achtergrond in bedrijfskunde en strategische HR en organisatieontwikkeling. Tegelijkertijd heeft ze een praktische band met sport. Ze was wedstrijdzwemster, heeft een zwemonderwijzersdiploma en geeft nog steeds les wanneer ze tijd heeft. “Doordat ik zelf zwemles geef, begrijp ik wat er op de vloer gebeurt. Tegelijkertijd kan ik mijn expertise op HR en IT inbrengen.”
De maatschappelijke waarde van sport en verbinding
Bewegen als basis
Wanneer Bothoff gevraagd wordt naar de maatschappelijke waarde van sport, begint hij liever bij een ander woord. “Ik spreek bewust over bewegen. Dat is toegankelijker. Bewegen sluit aan bij ieders niveau en behoefte. Of je nou vitaler wilt worden, anderen wilt ontmoeten of simpelweg plezier wilt hebben. Sport valt daaronder, maar bewegen is het middel.”
Bewegen speelt volgens hem een sleutelrol in maatschappelijke vraagstukken. “We zeggen vaak: bewegen is de lijm tussen de stenen. Het brengt gelijkgestemden samen, het voorkomt eenzaamheid, en het werkt preventief in de zorg.”
Van Pelt geeft een mooi voorbeeld van die verbindende kracht. “Ik heb zwemles gegeven aan kinderen uit oorlogsgebieden. Ze spraken soms niet dezelfde taal, maar in het water speelden ze samen. Je hebt niet altijd woorden nodig om verbinding te maken.”
Hoe Verbindion sociale cohesie versterkt
Sociale cohesie ontstaat volgens Verbindion niet alleen in de sporthal en het zwembad, maar ook in de omgeving daaromheen. Veel wijken in Nieuwegein zijn sterk verstedelijkt. Dat vraagt om plekken die uitnodigen tot ontmoeting, beweging en contact.
“We kijken voortdurend naar de behoefte in de samenleving”, zegt Bothoff. “Of het nu gaat om kwetsbare inwoners, om verenigingsleven of om kinderen in de wijk: mensen moeten zich kunnen bewegen én elkaar kunnen ontmoeten.”
Samen met partners richt Verbindion de openbare ruimte bewust beweegvriendelijk in. Door kleurvlakken, lijnen, cijfers en vormen aan te brengen op looproutes, worden kinderen vanzelf uitgenodigd om te springen, rennen of hinkelen. “Een route die uitnodigt tot bewegen, brengt mensen bij elkaar.”
Als sport moet bijdragen aan sociale cohesie, dan moet iedereen kunnen meedoen.
Toegankelijkheid als randvoorwaarde
Als sport moet bijdragen aan sociale cohesie, dan moet iedereen kunnen meedoen. Voor Verbindion is toegankelijkheid daarom een uitgangspunt dat in de hele organisatie is verankerd.
In samenwerking met de gemeente zorgt Verbindion dat inwoners met een kleine beurs kunnen deelnemen via de stadspas. “Je kunt pas verbinding creëren als financiële drempels geen rol spelen”, zegt Bothoff.
Daarnaast biedt Verbindion een apart programma voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, geleid door een collega die zelf in een rolstoel zit en professioneel rolstoelbasketballer is. “Een beperking mag nooit een reden zijn om niet mee te doen”, zegt Bothoff. “Zijn aanwezigheid maakt een wereld van verschil. Deelnemers zien iemand die dezelfde uitdagingen kent en toch volledig meedoet. Dat haalt drempels weg.”
Ook in het vernieuwde Merwestein (het sport- en evenementencomplex van Verbindion) is toegankelijkheid meegenomen. In het nieuwe gebouw komen brede doorgangen, drempelloze routes en goed bereikbare ruimtes.
Toegankelijkheid betekent voor Verbindion ook sociale veiligheid en herkenning. Daarom heeft de organisatie een medewerker met een vluchtelingenachtergrond die activiteiten ontwikkelt voor nieuwkomers. “Hij spreekt de taal en kent de context”, legt Bothoff uit. “Daardoor voelen mensen zich gezien en welkom.”
Samenwerken als fundament
Om de maatschappelijke kracht van sport en bewegen optimaal te benutten werkt Verbindion samen met een breed netwerk aan partners.
“We heten niet voor niets Verbindion”, zegt Bothoff. “Onze opdracht begint bij één vraag: wat is de behoefte in de samenleving? Daarna kijken we welke partijen we moeten verbinden om daar echt iets voor te betekenen.”
Inmiddels werkt de organisatie met ruim zeventig partners, van scholen en zorgorganisaties tot defensie, sportbonden, cultuurinstellingen en ministeries zoals OCW en VWS. “Wij gaan er niet vanuit dat we alles zelf kunnen”, zegt Bothoff. “Door samen te werken ontstaat impact die je als individuele organisatie nooit kunt realiseren.”
Groei, professionalisering en toekomstbestendig ondernemen
De vernieuwing van sport- en evenementencomplex Merwestein werd net al kort genoemd. Het project is gestart omdat het gebouw in 2026 zou worden afgeschreven en de energierekening de afgelopen jaren sterk steeg. Daardoor is gekozen om het plan versneld in 2023 te starten. In Q3 van 2026 moet de renovatie klaar zijn. Naast een duurzaam gebouw ontstaan er mogelijkheden om nog meer maatschappelijke impact te maken.
Multifunctioneel en toekomstgericht
Het vernieuwde Merwestein is ontworpen op basis van schaalbaarheid en flexibiliteit. “Je ontwerpt voor veertig jaar, maar de behoeften veranderen continu”, zegt Bothoff. “Daarom combineren we traditionele sport met e-sports, VR voor valtraining en activiteiten voor kwetsbare inwoners. Dat vraagt om een multifunctioneel en toegankelijk gebouw.”
Centraal daarin staat de social hub, de huiskamer van de wijk. Hier komen onder andere jongerenwerk, buurtsportcoaches en bibliotheekmedewerkers samen om bewoners te ondersteunen.
Duurzaamheid als strategische keuze
Van Pelt vertelt dat de vernieuwing vragen opriep over governance, risico’s en continuïteit. “Een project van 50 miljoen doe je niet dagelijks. Daarom hebben we de RvC uitgebreid met iemand met bouw- en engineeringervaring. Dat was cruciaal om tunnelvisie te voorkomen en stevig inhoudelijk te adviseren.”
Een concreet voorbeeld van een besluit dat zorgvuldige afweging vroeg, is het afstappen van chloor. “Het overstappen naar een andere waterbehandeling was een extra investering”, zegt Van Pelt. “Maar het is duurzamer en veiliger voor medewerkers. Zulke beslissingen kun je alleen nemen als je als RvC goed bent toegerust.”
Van accommodatie naar bredere organisatie
De vernieuwing heeft ook gevolgen voor de organisatie zelf. “Je gaat van een sporthal en zwembad naar een multifunctioneel complex met veel maatschappelijke impact”, zegt Van Pelt. “Dat vraagt om andere rollen. Niet alleen functies, maar ook doorgroeimogelijkheden voor medewerkers. Een zwemonderwijzer moet nu ook kunnen doorgroeien naar management- of een duo-rol. Dat past bij wat nieuwe generaties van werk verwachten.”
Die organisatorische transformatie raakt niet alleen functies, processen en rollen, maar ook de vraag wie de organisatie vormt. Een complex dat meer wil zijn dan een sportaccommodatie heeft medewerkers en toezichthouders nodig die de diversiteit van de samenleving herkennen en vertegenwoordigen. Daarmee komt een ander strategisch thema in beeld: representatie als randvoorwaarde voor maatschappelijke impact.
Representatie als voorwaarde voor maatschappelijke impact
Voor Verbindion is representatie geen bijzaak. De organisatie werkt voor alle inwoners van Nieuwegein, van kinderen die leren zwemmen tot ouderen die deelnemen aan valpreventie en van inwoners met een beperking tot nieuwkomers.
Bothoff verwoordt het scherp: “Als je voor de hele samenleving werkt, moet je organisatie een afspiegeling zijn van die samenleving. Anders mis je signalen en begrijp je behoeften niet.”
In de praktijk betekent dat medewerkers die herkenbaar zijn voor de doelgroepen die ze bedienen. Een collega in een rolstoel die aangepast sporten coördineert. Een medewerker met een vluchtelingenachtergrond die activiteiten ontwikkelt voor nieuwkomers. “Hun aanwezigheid haalt drempels weg”, zegt Bothoff.
Diversiteit in toezicht
Diezelfde overtuiging is doorvertaald naar het toezicht. De RvC is bewust samengesteld op diversiteit in achtergrond, expertise, generatie, opleiding en persoonlijkheid.
Van Pelt licht toe: “We zijn commercieel, publiek, financieel en HR/IT vertegenwoordigd. Introvert en extravert. Academisch en niet-academisch. Dat is geen toeval; het is nodig om grote besluiten goed te kunnen wegen.”
Voor een maatschappelijke organisatie gaat representatie over meer dan diversiteit; het gaat over legitimiteit. Over de vraag of inwoners zichzelf herkennen in de organisatie die voor hen werkt. Dat inzicht vormt voor Bothoff en Van Pelt een van de fundamenten onder de toekomst van Verbindion.
“Ton en het team hebben dit project tot nu toe binnen tijd en binnen budget uitgevoerd. Dat is uitzonderlijk in deze tijd.”
Leiderschap en de blik op 2030
Het grote project heeft de kijk van Bothoff op leiderschap veranderd. “Je moet letterlijk meebewegen. Dit soort projecten vraagt veel van je team en van jezelf. Als je op resultaat wilt sturen, moet je bereid zijn je eigen stijl aan te passen. Een open houding in de samenwerking zowel intern met collega’s als extern met samenwerkingspartners.
Van Pelt ziet dat de rol van de RvC is verschoven. “De afgelopen jaren hebben we veel explicieter gekeken naar impact: hoeveel mensen bereiken we, hoeveel jongeren doen mee, hoeveel zwemles geven we? Ons nieuwe complex biedt mogelijkheden om veel meer activiteiten te organiseren en tegelijkertijd willen we financieel onze eigen broek ophouden. Dat vraagt om continu balanceren tussen maatschappelijke waarde en financiële gezondheid.”
Ze is trots op waar Verbindion nu staat. “Ton en het team hebben dit project tot nu toe binnen tijd en binnen budget uitgevoerd. Dat is uitzonderlijk in deze tijd.”
2030: wat willen ze dan bereikt hebben?
Bothoff: “Dat sport en bewegen in Nieuwegein toegankelijk zijn voor iedere inwoner. En dat we een voorbeeld blijven voor de zwembranche en sportsector.”
Van Pelt: “Dat we laten zien wat het oplevert niet alleen wat het kost. Als we dat kunnen aantonen, kunnen andere gemeenten hiervan leren.”
Bothoff besluit: “We delen onze kennis graag. Als je een voorbeeld wilt zijn, moet je er open over zijn. Over je schaduw heen durven stappen. Zo dragen we bij aan de sector.”