Mienskip begint bij meedoen
In Fryslân gaat sport verder dan bewegen. Het gaat over mienskip: dat staat voor de verbondenheid die wordt ingezet om de gemeenschap te beschermen. Elkaar zien, elkaar helpen en samen gezond blijven. Sport Fryslân – al zestig jaar actief in de provincie – wil dat iedereen in Fryslân elke dag met plezier kan sporten en bewegen. Of je nu kerngezond bent of juist via beweging werkt aan je fysieke of mentale gezondheid.
Directeur-bestuurder Anne Jochum de Vries ziet sport en bewegen als een middel om de samenleving veerkrachtiger te maken. Daarom ondersteunt Sport Fryslân gemeenten en de provincie bij sport- en beweegbeleid, helpt het sportverenigingen professionaliseren en stimuleert het een actieve leefstijl in dorpen en wijken.
Geworteld in Fryslân en in de verenigingscultuur
Anne Jochum is een geboren en getogen Fries. Hij kent de verenigingskant van binnenuit: jarenlang voetballer, muzikaal actief én betrokken bij grote evenementen zoals de Slachtemarathon.
“Wat mij gevormd heeft, is die combinatie van sport, muziek en het verenigingsleven”, vertelt hij. “Je leert verantwoordelijkheid nemen, samen organiseren, op elkaar bouwen. Dat gun ik elke Fries.” Hij vervolgt: “De samenleving is de afgelopen jaren veranderd. Denk aan individualisering, eenzaamheid en bewegingsarmoede bij de jongste jeugd. Bijna de helft van de volwassenen in Fryslân voelt zich wel eens eenzaam. En we zien dat kinderen minder vanzelfsprekend bewegen. Dan staan we er als mienskip niet goed voor. Daar ligt voor ons als Sport Fryslân een enorme opdracht.”
De kracht én spanning van de Friese identiteit
De Friese cultuur en taal zijn een bron van trots en verbinding. Tegelijkertijd kunnen ze – onbedoeld – voor nieuwkomers ook een drempel zijn.
Anne Jochum schetst een herkenbaar voorbeeld: “Stel, je bent als migrant naar Fryslân gekomen. Je hebt je best gedaan om Nederlands te leren. Dan kom je bij een voetbalvereniging, stap je een kleedkamer binnen en iedereen praat Fries. Dan kun je je weer de vreemdeling voelen. Niet omdat iemand dat zo bedoelt, maar omdat taal zo sterk is voor je gevoel van erbij horen.”
Die spanning wil hij niet dramatiseren, maar wél benoemen. “Friezen staan echt open om kennis te maken. Het voelt soms gesloten, maar dat is het niet als je moeite doet om binnen te komen. Tegelijkertijd moeten we ons afvragen: hoe flexibel zijn we zelf? Hoe vaak schakelen we even naar Nederlands, zodat iemand zich welkom voelt?”
Directuur-bestuurder Anne Jochum de Vries van Sport Fryslân
Diversiteit en inclusie: van onmacht naar bewust bekwaam
In de sportsector loopt D&I aantoonbaar achter op andere sectoren (zoals benoemd in de podcast Diversiteit en Inclusie in Sportorganisaties van Werkgevers in de Sport). Sport Fryslân is daarin geen uitzondering, zegt Anne Jochum.
“Wij zijn van oudsher een vrij witte organisatie in een vrij witte provincie. Dat zie je terug in ons team en ook in het bestuur van veel verenigingen. Het beeld dat we uitstralen – jong, fris, vitaal en dynamisch – past bij wie we zijn en bij de energie die nodig is om ons werk goed te doen. Maar die uitstraling heeft ook een keerzijde: niet iedereen herkent zichzelf erin. Als je kwetsbaar bent, of je ziet niemand die op jou lijkt, dan denk je al snel: hoor ik daar wel tussen? Dat realiseren we ons en daar moeten we aan werken.”
De eerste stap is gezet: bewustwording. De Management Dialoog met Colourful Development werkte als confronterende spiegel. Veel managers liepen de sessie in met de gedachte: wij doen dit eigenlijk best goed.
“We ontdekten dat we toch in dezelfde valkuilen stappen als andere organisaties”, vertelt hij. “Vooringenomenheid, aannames, het idee dat ‘iedereen zich hier wel welkom voelt’. Die managementsessie zette ons met de neus op de feiten: we zijn niet slechter dan gemiddeld, maar ook niet het braafste jongetje van de klas.”
Sport Fryslân zit nu in de overgang van bewustwording naar beleid. “Er zijn zeker al dingen die we doen. Bijvoorbeeld teamcontracten waarin gedrag en samenwerking expliciet besproken worden, kernwaarden waarop gereflecteerd wordt, een podcast en korte trainingen over inclusie. Maar er is meer nodig.”
“We zijn ons bewust, maar we hikken soms aan tegen concrete stappen en een helder beleidskader. Daar moeten we mee aan de slag.”
We ontdekten dat we toch in dezelfde valkuilen stappen als andere organisaties.
Representatie als voorwaarde voor geloofwaardigheid
Als Sport Fryslân verenigingen wil helpen inclusiever te worden, moet de organisatie zelf laten zien dat het kan, vindt Anne Jochum.
“Wij komen vaak bij verenigingen om te vertellen hoe het anders kan. Dan moet je zelf wél kunnen laten zien dat je mensen met verschillende achtergronden een plek geeft. Als je inclusie predikt, maar je team is eenzijdig, dan klopt het verhaal niet.”
In werving en selectie betekent dit onder meer dat ze kijken naar potentieel in plaats van alleen diploma’s. “Als we een mbo-vacature hadden openstaan en er solliciteerde iemand met een hbo-opleiding, dan waren we al snel geneigd om voor die kandidaat te gaan. Terwijl je daarmee iemand uitsluit die perfect past bij de functie en misschien juist veel ontwikkelpotentieel heeft. Dat bewustzijn hebben we nu veel sterker: we kijken niet alleen naar het opleidingsniveau, maar naar wat iemand meebrengt en nodig heeft om te groeien.”
Ook nemen ze het verhaal en beeld wat ze uitdragen beter onder de loep. “We moeten kritischer kijken naar onze eigen foto’s, video’s en teksten. Herkent iedereen zich daarin? We hoeven onze energie en dynamiek niet kwijt te raken, maar er moet óók ruimte zijn voor mensen die zich in eerste instantie minder vanzelfsprekend thuis voelen.”
We moeten kritischer kijken naar onze eigen foto’s, video’s en teksten. Herkent iedereen zich daarin?
Leiderschap: verantwoordelijkheid én kwetsbaarheid
Sinds 2015 staat Anne Jochum aan het roer van Sport Fryslân. Zijn stijl is in de kern niet veranderd, zegt hij, maar zijn bewustzijn wel.
“Ik ben me veel scherper bewust van de impact van mijn rol. Ik kan sturen op dit onderwerp, ik móét dat zelfs doen. Dat voelt als een verantwoordelijkheid.”
Tegelijkertijd raakt het hem persoonlijk. “Er zit veel oneerlijkheid in de wereld. Mensen die beschadigd zijn, mensen die al vaak buitengesloten zijn. Dat vind ik ingewikkeld. Je kunt dan twee dingen doen: wegkijken, of het zien als een kans om het beter te doen. Ik kies voor dat laatste.”
“Je maakt je organisatie weerbaarder en sterker”
Aan mensen in leiderschapsposities heeft hij één duidelijke boodschap over D&I: “Als je dit serieus oppakt, maak je de wereld én je eigen organisatie mooier. Je maakt je organisatie weerbaarder en sterker. Een diverse, inclusieve cultuur is geen extraatje. Het hoort bij leiderschap: het goede doen.”
En dat begint vaak kleiner dan je denkt: in een teamoverleg, in een vacaturetekst, in de taal die je kiest in de kantine of op het sportveld.
“Wij zijn nog onderweg”, besluit Anne Jochum. “We doen veel goed, er valt nog veel te leren. Maar één ding weet ik zeker: een vitale mienskip kan alleen ontstaan als iedereen mee kan doen. Daar werken we hard aan.”